Reglement

Regel 1: Het speelveld

a. afmetingen

Het speelveld is een rechthoek waarvan de lengte 38 meter en de breedte 20 meter bedraagt.

b. afbakening

Het speelveld is, in overeenstemming met de plattegrond, afgebakend door duidelijke zwarte lijnen. De lijnen zijn 5 cm. breed; de lijnen tussen de doelpalen zijn echter 8 cm. breed. De lange lijnen heten zijlijnen, de korte heten doellijnen. Het speelveld wordt door een lijn, evenwijdig aan de doellijnen en even ver van beide doellijnen verwijderd, in twee gelijke helften verdeeld. Deze lijn heet middenlijn. Op het midden van de middenlijn ligt het middelpunt. Op een afstand van 3 meter van de middenlijn zijn op een van de zijlijnen 2 korte lijntjes getrokken die de wisselzone aangeven.

c. het strafschopgebied

Op elke helft van het speelveld is evenwijdig aan de doellijn op een afstand van 6 meter voor het midden van het doel een lijn getrokken van 3 meter lengte, die aan de uiteinden door kwartcirkels met de doellijn wordt verbonden. De aldus begrensde gebieden heten strafschopgebieden.

d. het strafschoppunt

Tegenover het midden van de doellijn, op een afstand van 6 meter bevindt zich het strafschoppunt. Deze ligt dus op de strafschopgebiedcirkel.

e. de vrije schoplijn

Op elke helft van het speelveld is evenwijdig aan en op een afstand van 3 meter van de lijnen, die de voorste begrenzing vormen van de strafschopgebieden, een onderbroken lijn getrokken. Deze lijnen eindigen, gezien de maximale breedte van het speelveld, op de zijlijnen. (zie plattegrond)

f. het doel

Op het midden van elke doellijn is een doel geplaatst. De doelen zijn, aan de binnenkant van de palen gemeten, 3 meter breed en 2 meter hoog. De doelpalen zijn vast verbonden door een doellat. Doelpalen zijn voorzien van een net; de diepte van de doelen is 1 meter; de achterzijde van de doelpalen moeten samenvallen met de buitenzijde van de doellijnen.

g. doelvlak

Onder doelvlak wordt verstaan het vlak, dat wordt begrensd door de achterkant van doelpalen, doellat en doellijn.

Toelichting.

De kleur van de lijnen is over het algemeen zwart; echter daar waar zij samenvallen met lijnen voor andere sporten hebben ze gedeeltelijk een andere kleur. Denk erom dat per 1 september 1994 alleen die lijnen van toepassing zijn zoals ze zijn aangegeven op bijgaande plattegrond. De lijnen welke de verschillende gebieden begrenzen in het speelveld behoren tot die gebieden. De doelnetten dienen uitsluitend aan de doelpalen, doellat en de staanders te zijn bevestigd. Verder dient het net los op de grond te hangen! De scheidsrechters en de doelverdedigers moeten voor de wedstrijd controleren of de doelen volgens de reglementen zijn opgesteld en de netten goed zijn bevestigd.

Regel 2: De bal

a.De bal moet rond zijn en de buitenbekleding moet van leer of ander goedgekeurd materiaal zijn. Er wordt gespeeld met een bal nr. 4. De bal mag niet te hard worden opgepompt; hij moet licht ingedrukt kunnen worden.

b. Tijdens de wedstrijd mag alleen met toestemming van de scheidsrechter een andere bal in het spel worden gebracht.

Toelichting.Het kennen van de omtrek van de bal is van belang bij beginschop vrije schop hoekschop en strafschop daar de bal eerst in het spel is nadat hij een weg heeft afgelegd gelijk aan zijn omtrek (+/- 65 cm.)

Regel 3: De spelers

a.Een wedstrijd wordt gespeeld door twee teams, elk bestaande uit 5 spelers, waarvan één de doelverdediger moet zijn. Daarnaast is het toegestaan naar eigen inzicht te beschikken over maximaal 6 wisselspelers.

b.Een wedstrijd moet met ten minste 4 spelers per team, waaronder een doelverdediger, worden begonnen. Het aantal spelers mag tot het einde van de wedstrijd, waarbij inbegrepen een eventuele verlenging, worden aangevuld tot het maximaal toegestane aantal. Wanneer tijdens de wedstrijd het aantal spelers per team definitief daalt tot minder dan 4, moet de wedstrijd worden gestaakt.

c.Een speler (dus ook de doelverdediger) mag op elk moment op de daarvoor aangegeven plaats gewisseld worden met een wisselspeler. De plaats waar de wissel van spelers moet worden uitgevoerd, is maximaal 3 meter ten weerszijden van de middenlijn binnen de wisselzone tenzij overmacht dwingt de wissel op een andere plaats uit te voeren.

d.Het verlaten van het speelveld bij het wisselen dient te geschieden op de plaats waar de wisselspeler het veld inkomt. De wisselspeler mag het speelveld betreden zodra de te vervangen speler het speelveld heeft verlaten.

e.Gedurende de tijd, dat de bal in het spel is, wordt foutief wisselen van een speler bestraft met een vrije schop op de plaats waar de bal zich bevond op het moment dat de scheidsrechter voor deze overtreding fluit. Bij herhaling van foutief wisselen door dezelfde partij moet de betrokken wisselspeler bovendien worden bestraft met 2 minuten straftijd. Bij het herhalen van foutief wisselen wordt steeds die speler bestraft die op het moment van overtreding het speelveld betreedt.

f.Indien een foutieve wissel plaatsvindt gedurende de tijd, dat het spel "dood" is, wordt de wedstrijd hervat op reglementaire wijze, bijvoorbeeld: intrap, doelworp, strafschop, enz.

g.Geblesseerde spelers mogen op elke plaats het speelveld verlaten.

h.Een wisselspeler is eveneens onderworpen aan het gezag en de rechtsbevoegdheid van de scheidsrechter, onverschillig of hij al dan niet aan de wedstrijd deelneemt.

Toelichting.

Daalt het aantal spelers per team tot minder dan 4 omdat 1 of meer spelers gelijktijdig straftijd hebben dan wordt normaal doorgespeeld. (tenzij de scheidsrechter om andere redenen termen aanwezig acht om de wedstrijd definitief te staken.)

Doelverdedigers mogen onbeperkt worden vervangen door een wisselspeler die zich dan echter duidelijk moet onderscheiden van de veldspelers.

Tijdens het nemen van een strafschoppenserie mag er niet van doelverdediger worden gewisseld.

Regel 4: De uitrusting

a. De gebruikelijke uitrusting van de spelers bestaat uit broek, shirt, sokken en schoenen. De schoenen moeten schone, niet zwartstrepende zaalsportschoenen zijn. De doelverdediger moet kleding dragen die hem onderscheidt van de overige spelers en de scheidsrechters.

b. De shirts van de spelers van een team dienen zoveel mogelijk van één kleur te zijn. Indien de scheidsrechter van oordeel is dat de shirts van een team zoveel afwijken dat dit tot verwarring aanleiding kan geven dan kan hij het betreffende team opdracht geven andere shirts aan te trekken. Ook kan men dan in, door de wedstrijdleiding beschikbaar te stellen, hesjes spelen.

c.Indien twee teams een wedstrijd tegen elkaar spelen, waarbij de kleuren van de shirts naar het oordeel van de scheidsrechter te weinig verschillen, dan moet de in het programma als tweede genoemde partij anders gekleurde shirts aantrekken of de wedstrijdleiding om hesjes vragen.

d.Indien de scheidsrechter van oordeel is dat een speler iets bij zich draagt, dat letsel aan een andere speler kan veroorzaken, moet hij hem opdracht geven dat te verwijderen. Wanneer de speler weigert deze opdracht op te volgen, mag hij niet langer aan de wedstrijd deelnemen.

Regel 5: De leiding van het spel

Elke wedstrijd wordt geleid door twee scheidsrechters, waarvan een als hoofdscheidsrechter fungeert. De tweede scheidsrechter fungeert als assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer. Hun rechtsbevoegdheid en de macht, hen toegekend door de spelregels, nemen een aanvang zodra zij het speelveld betreden, en eindigen als de partijen die onder hun leiding hebben gespeeld, de zaal hebben verlaten. Hun macht tot straffen strekt zich ook uit tot overtredingen, begaan tijdens onderbrekingen van de wedstrijd of wanneer de bal uit het spel is. Hun uitspraak ter zake van spelaangelegenheden is beslissend voor wat betreft het resultaat van de wedstrijd.

De taken van de scheidsrechters

a. Zij houden de hand aan de spelregels en beslissen over elk punt van de regels waarover verschil van mening kan zijn.

b. Zij controleren voor het begin van de wedstrijd de bal, de bevestiging van de doelnetten en de uitrusting van de spelers.

c. Zij geven aan, welk team de wedstrijd na een onderbreking moet hervatten, door met hun arm gestrekt in de richting van het doel van de tegenstander te wijzen.

d. De scheidsrechter geeft alleen een fluitsignaal:

I. bij het begin van de wedstrijd.

II. bij het toekennen van een doelpunt.

III. bij het hervatten van het spel na een doelpunt.

IV. bij het nemen van een strafschop.

V. bij het overtreden van de regels.

VI. als hij het noodzakelijk acht, om welke redenen dan ook, de wedstrijd te onderbreken.

VII. bij het hervatten van de wedstrijd na een onderbreking, waarvoor door de secretaris/tijdwaarnemer in zijn opdracht de speeltijd is stopgezet.

e. zij gebruiken de volgende gebaren om hun bedoeling duidelijk te maken:

I. doelpunt: wijzen naar het midden van het veld.

II. hoekschop: met gestrekte arm omhoog wijzen in de richting van de hoek waar de hoekschop moet worden genomen.

III. doelworp: met gestrekte arm omlaag wijzen in de richting van het doel.

IV. intrap: met gestrekte arm horizontaal wijzen in de richting van de doellijn van het team dat niet mag inwerpen.

f.Zij geven door het opsteken van hun vingers aan, hoeveel strafminuten een speler krijgt. Zij wachten met het hervatten van de wedstrijd, tot de gestrafte speler het speelveld heeft verlaten, en zullen indien noodzakelijk de secretaris/tijdwaarnemer opdracht geven de speeltijd stop te zetten.

g. Zij hebben de volgende machtsmiddelen:

I. het geven van vrije schoppen.

II. het geven van een waarschuwing.

III. het tijdelijk verwijderen van spelers (2 of 5 min.)

IV. het definitief verwijderen van spelers.

V. het tijdelijk of definitief staken van de wedstrijd.

h.Zij moeten de wedstrijd direct onderbreken indien naar hun mening een speler zo ernstig geblesseerd is dat hij niet verder kan spelen. De speeltijd dient dan te worden stopgezet. Indien op het ogenblik dat de scheidsrechter de wedstrijd onderbrak, de bal in het spel was, vindt de hervatting van de wedstrijd plaats door een scheidsrechtersbal.

i. De scheidsrechters dienen zich door hun kleding voldoende te onderscheiden van die van de teams.

j. Zolang de wedstrijd na een onderbreking niet is hervat, kan de scheidsrechter zijn beslissing herroepen.

k. De scheidsrechters moeten niet toestaan dat zonder hun toestemming anderen dan de spelers het veld betreden.

l.De scheidsrechters behoeven niet te straffen in gevallen, waarin zij overtuigd zijn dat, door te straffen, het overtredende team daaruit voordeel zou trekken. Dit ontheft hen echter niet van de verplichting, de speler die een overtreding begaat, welke met een tijdstraf bestraft moet worden, op een later tijdstip alsnog deze tijdstraf op te leggen. Daartoe zullen zij op het moment van de overtreding een hand boven hun hoofd opheffen en, teneinde de betrokken speler uit het speelveld te verwijderen, de wedstrijd eerst dan te onderbreken, nadat men het resultaat van de aanval heeft afgewacht ofwel nadat de bal in het bezit van de tegenstander is gekomen. In het laatste geval dient de wedstrijd te worden hervat met een scheidsrechtersbal.

Toelichting:

Iedere scheidsrechter dient zich zoveel mogelijk aan de volgende vijf hoofdregels te houden:

1.Zorg dat je de in dit boekje opgenomen spelregels en de op de scheidsrechters instructiebijeenkomst besproken interpretatie van de spelregels goed kent.

2. Toon interesse voor de wedstrijd die je fluit en let goed op.

3.Geef duidelijk en snel aan wat er moet gebeuren en door wie.

4.Probeer zo zelfverzekerd mogelijk te fluiten, pas je gedrag aan de aard van de wedstrijd aan; wees soms autoritair indien dat nodig is maar probeer arrogant gedrag te voorkomen.

5. De regels voor het zaalvoetbal zijn aanmerkelijk strenger dan die voor het veldvoetbal, met andere woorden er mag bij het zaalvoetbal veel minder. Onderdruk gemeen en ruw spel zodra dit zich voordoet, ondermeer door het geven van vrije schoppen en tijdstraffen. Houd de teugels strak, vooral in het begin van de wedstrijd. Het moet mogelijk zijn dat elke scheidsrechter in ieder geval de eerste drie hierboven genoemde punten altijd kan naleven en daarnaast moet men proberen ook de onder 4 en 5 genoemde punten zoveel mogelijk op te volgen.

De scheidsrechters dienen zich zoveel mogelijk langs de zijlijn van het veld te verplaatsen. Om tot een zo groot mogelijk overzicht van het speelveld te komen is het wenselijk dat de scheidsrechters zoveel mogelijk met het spel meelopen en daarbij ongeveer schuin tegenover elkaar staan in een diagonaal van een kwart van het veld.

Het is beslist niet de bedoeling dat de in punt l. genoemde voordeelregel er toe zal gaan leiden dat regelmatig de begane overtredingen niet worden bestraft. Integendeel: de scheidsrechter moet in het algemeen de overtredingen normaal blijven bestraffen. Alleen echter, indien na een overtreding het niet-overtredende team de bal in het bezit krijgt en naar het oordeel van de scheidsrechter daarna een reële mogelijkheid heeft om tot het opbouwen van een -zodanig goede aanval te komen, dat daaruit een doelrijpe scoringskans kan ontstaan, dient de scheidsrechter de voordeelregel te hanteren.

Indien de scheidsrechters een of meer spelers definitief uit de wedstrijd hebben verwijderd of de wedstrijd hebben gestaakt dan dienen zij de wedstrijdleiding zo spoedig mogelijk mondeling of eventueel schriftelijk via het wedstrijdformulier op de hoogte te stellen. Zij dienen dan ook de reden aan te geven voor de desbetreffende beslissing.

Hoewel beide scheidsrechters samen de wedstrijd leiden en ook onafhankelijk van elkaar beslissingen kunnen nemen kan het toch voorkomen dat beiden tegelijk tegenstrijdige beslissingen nemen. In zulke gevallen treedt een van beide als hoofdscheidsrechter op en neemt dan de beslissing. De hoofdscheidsrechter is de scheidsrechter die aan de kant van het scorebord loopt.

De taak van de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer

m. Hij controleert de spelerskaarten, en tekent op het wedstrijdformulier aan welke kaarten van de spelers aanwezig zijn.

n.Hij houdt de gespeelde tijd bij.

o.Hij houdt aantekening van het aantal behaalde doelpunten op het wedstrijdformulier.

p.Hij houdt toezicht op het correct uitvoeren van de wissels. Foutief wisselen meldt hij dit aan de hoofdscheidsrechter. Betreft het evenwel een verkeerd uitgevoerde wissel waarbij de niet-overtredende partij voordeel zou kunnen behalen, dan brengt de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer dit onder de aandacht van het betreffende team zonder de wedstrijd te onderbreken. Bij herhaling van foutief wisselen door dezelfde partij, moet hij de hoofdscheidsrechter er op attenderen dat een tijdstraf moet worden toegepast.

q.Hij houdt toezicht op tijdelijk uit het speelveld gestuurde spelers. Hij houdt de straftijd bij en geeft de betrokken spelers een teken wanneer deze weer aan de wedstrijd mogen deelnemen.

r. De assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer bedient de scorebordapparatuur en stelt zich vooraf op de hoogte hiervan.

s. De plaats van de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer is bij het midden van de zijlijn. Aan de weerszijden van de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer bevinden zich de banken van de wisselspelers.

Regel 6: De speeltijd

a. De speeltijd bedraagt 32 minuten, maar vanaf seizoen 2006/2007 zal de wedstrijdtijd ingekort worden naar 30 minuten als er op de competitieavond maar 1 scheidsrechter aanwezig is.

b. De speeltijd gaat in bij het fluitsignaal van de scheidsrechter.

c. De speeltijd eindigt bij het begin van het duidelijk hoorbare signaal van de assistent-scheidsrechter/waarnemer.

d. Bij andere dan uit de spelregels voortvloeiende onderbrekingen wordt de speeltijd stilgezet. Beslissing hierover berust bij de scheidsrechter die dit kenbaar maakt aan de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer.

e. De wedstrijd word zonodig verlengd voor het nemen van een strafschop.

f. De assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer dient altijd het einde van de wedstrijd middels een duidelijk hoorbaar signaal kenbaar te maken, ongeacht het feit of deze moet worden verlengd voor het nemen van een strafschop.

Regel 7: Hoe de bal gespeeld mag worden

a. De bal mag door de veldspelers op elke wijze gespeeld worden, voor zoverre deze speelwijze geen gevaar oplevert voor de tegenstanders. Het opzettelijk spelen van de bal met de armen of de handen is niet toegestaan.

b. Voor de doelverdediger geldt dezelfde regel, met dien verstande dat hij een zich binnen zijn strafschopgebied bevindende bal wel met de hand of de arm mag spelen. Indien de doelverdediger de bal binnen zijn strafschopgebied heeft opgevangen, dan mag hij de bal op elke wijze wegwerken. Het wegtrappen van de bal vanuit de hand is echter niet toegestaan.

c.Voor een overtreding van de regels onder bovengenoemde punten moet de overtreder bestraft worden met een vrije schop c.q. een strafschop. (zie regel 17)

d. Indien het opzettelijk spelen van de bal met de hand of arm een vorm is van spelbederf, moet dit niet alleen worden bestraft met een vrije schop c.q. strafschop, maar ook met 2 minuten tijdstraf.

e. Indien de doelverdediger naar het oordeel van de scheidsrechter de bal opzettelijk aan het spel onttrekt, wordt dit beschouwd als spelbederf en moet hij bestraft worden met een vrije schop en met een 2 minuten tijdstraf. Indien de doelverdediger opzettelijk de bal met de hand raakt buiten zijn doelgebied om zo een doelpunt te voorkomen, dan dient dit bestraft te worden met een strafschop en een 2 minuten tijdstraf.

f. Indien de doelverdediger in zijn eigen strafschopgebied:

I.de bal aanraakt als deze naar het oordeel van de scheidsrechter rechtstreeks door een medespeler met opzet naar hem wordt gespeeld;

II. de bal, nadat hij deze in zijn bezit heeft gekregen, niet steeds binnen vier seconden in het spel brengt;

III. terugkeert met de bal;

wordt dit bestraft met een vrije schop voor de tegenpartij op die plek van de vrije schoplijn die het dichtst gelegen is bij de plaats van de overtreding.

Toelichting:

Voorbeelden van een speelwijze, die gevaar oplevert voor een tegenstander of voor de speler zelf zijn:

1.met de voet ter hoogte van het hoofd trachten de bal op een zodanige wijze te spelen dat een tegenstander hierdoor gevaar loopt;

2. het zeer laag bij de grond koppen, indien een tegenstander tracht de bal te trappen;

3.naar de bal trappen, terwijl deze door de doelverdediger wordt vastgehouden;

4.het met gestrekt been spelen van de bal op een zodanige wijze dat de tegenstander gevaar loopt.

Het is de doelverdediger toegestaan een zich in zijn strafschopgebied bevindende bal met de hand of de arm te spelen, terwijl hij zelf geheel of met enig deel van zijn lichaam buiten het strafschopgebied verblijft; de plaats van de bal is dus bepalend. Onder spelbederf zoals omschreven onder bovengenoemd punt d. moet o.a. worden verstaan:

1. het opzettelijk met de hand of arm onderbreken van een aanval van de tegenpartij buiten het eigen strafschopgebied;

2.het weggooien of wegstompen van de bal zodat deze aan het spel wordt onttrokken (bijv. in de tribune);

3.het bij herhaling spelen van de bal met de hand of arm door dezelfde speler ook indien een strafschop is gegeven.

Wanneer een speler vreest een van dichtbij hard geschoten bal tegen het gezicht of andere tere lichaamsdelen te krijgen en geen gelegenheid heeft deze te ontwijken, maakt hij meestal een afwerende beweging met handen en armen. In dergelijke gevallen moet de scheidsrechter door laten spelen wanneer de bal zijn hand of arm zou raken.

Voorbeeld van het onder bovenstaand punt e. genoemde opzettelijke onttrekken van de bal aan het spel door de doelverdediger is: <

het naar het oordeel van de scheidsrechter langer dan redelijk is voor een normale voortgang van de wedstrijd (4 seconden) door de doelverdediger met de bal in de hand(en) binnen het strafschopgebied blijven staan;

Regel 8: Begin van het spel

a.Het eerste in het programma genoemde team neemt de beginschop en begint de wedstrijd op de linkerhelft van het speelveld.

b.Nadat de scheidsrechter daartoe een fluitsignaal heeft gegeven, begint de wedstrijd doordat een speler de op het middelpunt van het speelveld liggende bal trapt in de speelhelft van de tegenstander. Iedere speler moet op zijn eigen speelhelft staan, en iedere tegenstander van de nemer van de beginschop moet minimaal op 3 meter afstand blijven totdat de beginschop is genomen; de bal wordt geacht in het spel te zijn als deze zich heeft verplaatst over een afstand van +/- 65 cm. De beginschop dient binnen 4 seconden na het fluitsignaal te worden genomen. De nemer van de beginschop mag de bal niet voor de tweede maal spelen, voordat deze door een andere speler is gespeeld of aangeraakt.

c.Voor een overtreding van de regels in bovenstaand punt b. moet de overtreder bestraft worden met een vrije schop die in alle richtingen mag worden gespeeld.

d. Na het behalen van een doelpunt wordt de wedstrijd hervat met een beginschop door een speler van het team, waartegen een doelpunt is behaald.

Regel 9: De bal in en uit het spel

a. De bal is uit het spel:

I.indien deze geheel en al over de doellijn of zijlijn is gegaan;

II. indien deze het plafond boven het speelveld heeft geraakt;

III. indien de wedstrijd door de scheidsrechter is onderbroken;

IV. indien de wedstrijd door de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer is onderbroken.

b. Op elk ander ogenblik van de wedstrijd is de bal in het spel, dus ook:

I. indien deze van een doelpaal of doellat in het speelveld terugspringt;

II. indien deze terugspringt van de scheidsrechter als deze zich in het speelveld bevind;

III. ingeval van veronderstelde overtreding van de spelregels, totdat de wedstrijd door de scheidsrechter is onderbroken.

c. Indien de bal het plafond boven het speelveld heeft geraakt wordt de wedstrijd hervat met een vrije schop door de tegenstander. Deze moet worden genomen op de plaats waar de bal het laatst gespeeld c.q. aangeraakt werd.

d. Komt de bal, voordat deze geheel en al de zijlijn is gepasseerd, tegen een nog buiten het veld staande wisselspeler of tegen een toeschouwer die zich binnen het speelveld bevindt, dan moet de scheidsrechter de wedstrijd onderbreken en hervatten met een scheidsrechtersbal.

e. Om de wedstrijd zo snel mogelijk te hervatten, moet de speler c.q. het team, dat de wedstrijd moet hervatten, trachten de bal zo snel mogelijk in zijn bezit te krijgen. Indien dit naar het oordeel van de scheidsrechter wordt nagelaten, wordt de speler c.q. het team bestraft met een vrije schop wegens onbehoorlijk gedrag.

Regel 10: Het maken van een doelpunt

a. Een doelpunt is gemaakt zodra een volgens de regels gespeelde bal het doelvlak volledig is gepasseerd.

b. Een geldig doelpunt kan worden gemaakt vanaf het gehele speelveld.

c. Uit de beginschop, intrap of de doelworp van de doelverdediger kan niet rechtstreeks worden gescoord.

d. Winnaar is het team dat de meeste doelpunten heeft gemaakt. Indien geen doelpunt of door iedere partij een gelijk aantal doelpunten is gemaakt, eindigt de wedstrijd in een gelijk spel.

Toelichting
  • Indien de bal rechtstreeks uit de beginschop in het doel van de tegenstander wordt geschoten, dan moet de scheidsrechter doelworp geven.
  • Indien de bal bij een in trap rechtstreeks in het eigen doel gaat, moet de wedstrijd worden hervat met een hoekschop.
  • Indien de bal bij een in trap rechtstreeks in het doel van de tegenstander gaat, moet de wedstrijd worden hervat met een doelworp.
  • Indien de bal vanuit een doelworp rechtstreeks in het doel van de tegenstander gaat moet het spel worden hervat met een doelworp van de tegenstander.

Regel 11: De intrap

a. Wanneer de bal geheel en al over de zijlijn is gegaan, moet een tegenstander van diegene, die de bal het laatst heeft aangeraakt, de bal intrappen op het punt van de zijlijn waar de bal deze heeft gepasseerd.

b. De speler moet voordat hij de bal intrapt zich met een of beide voeten op of achter de zijlijn bevinden. De bal moet gelegd worden op de zijlijn en in het spel gebracht worden vanaf het punt waar de bal het speelveld verlaten heeft.

c. Op het punt waar de bal wordt ingetrapt, moeten de tegenstanders ten minste 4 meter afstand in acht nemen.

d. De bal moet, mits voldaan is aan het gestelde in punt c, binnen 4 seconden worden ingetrapt.

e.De nemer van de intrap mag de bal niet opnieuw aanraken, voordat deze door een andere speler is gespeeld of aangeraakt.

f. Uit een intrap kan niet rechtstreeks een doelpunt worden behaald.

g. Indien de bal niet op de juiste wijze is ingetrapt, moet de bal door een tegenstander worden ingetrapt.

h. Wordt de bal niet binnen 4 seconden ingetrapt, dan hervat een tegenstander de wedstrijd met een vrije schop op de zijlijn op de plaats, waar de overtreding werd begaan.

i. Belemmert een speler opzettelijk de loop van de wedstrijd door niet de juiste afstand in acht te nemen, dan wordt hij bestraft met 2 minuten straftijd. De wedstrijd wordt hervat met een vrije schop, te nemen door de tegenstander.

j. Indien een speler die de bal intrapt, de bal opnieuw aanraakt, voordat deze is aangeraakt of gespeeld door een andere speler, moet een vrije schop worden genomen door een tegenstander.

k. Indien de bal bij een intrap rechtstreeks in het doel van de eigen partij gaat, moet de wedstrijd worden hervat met een hoekschop.

l. Indien de bal bij een intrap rechtstreeks in het doel van de tegenstander gaat, moet de wedstrijd worden hervat met een doelworp.

m. Bij twijfel wie de bal het laatst aanraakte, voordat deze de zijlijn passeerde, moet de scheidsrechter de intrap toekennen aan het team, op wiens speelhelft de bal de zijlijn heeft gepasseerd.

n. Indien de bal juist boven het snijpunt van de doellijn en de zijlijn uit gaat, dan besluit de scheidsrechter tot een intrap en niet tot een doelworp of hoekschop.

o. Bij het nemen van de intrap behoeft de bal zo stil mogelijk te liggen.

p. Indien een speler, teneinde hieruit eventueel voordeel te behalen, de intrap zo snel neemt, dat een tegenstander niet in de gelegenheid is om de vereiste afstand van ten minste 4 meter in acht te nemen, mag de scheidsrechter de betrokken tegenstander niet bestraffen.

Regel 12: De hoekschop

a. Wanneer de bal geheel en al de doellijn is gepasseerd, met uitzondering van het doelvlak, en het laatst is aangeraakt door een speler van het verdedigende team, moet een speler van het aanvallende team een hoekschop nemen. (zie ook regel 11k)

b. Een hoekschop wordt genomen door de bal neer te leggen op het snijpunt van de doellijn en de zijlijn, het meest nabij de plaats waar de bal over de doellijn is gegaan, en van daaruit deze te trappen.

c. Bij het nemen van een hoekschop moeten de tegenstanders ten minste 4 meter van het hoekschoppunt blijven totdat de hoekschop is genomen.

d. De hoekschop moet, mits voldaan is aan het gestelde onder c), binnen 4 seconden worden genomen.

e.De hoekschopnemer mag de bal niet voor de tweede maal spelen, voordat een andere speler de bal heeft gespeeld of aangeraakt.

f.Uit een hoekschop kan rechtstreeks gescoord worden.

g.Voor een overtreding van de regel genoemd onder bovenstaande punten c, d en e moet de overtreder worden bestraft met een vrije schop, te nemen op de vrije schoplijn waar deze de zijlijn raakt.

h.Mocht de bal, nadat hij door de nemer van de hoekschop op de juiste plaats is gelegd, zich nog verplaatsen zonder toedoen van een van de spelers, dan wordt de bal geacht stil te leggen en kan de hoekschop worden genomen.

i.Bij twijfel wie de bal het laatst aanraakte, voordat deze de doellijn passeerde, moet de scheidsrechter de wedstrijd laten hervatten door middel van een doelworp.

j.Indien een speler, teneinde hieruit eventueel voordeel te behalen, de hoekschop zo snel neemt dat een tegenstander niet in de gelegenheid is om de vereiste afstand van ten minste 4 meter in acht te nemen, mag de scheidsrechter de betrokken tegenstander niet bestraffen.

Regel 13: De doelworp

a.Wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan, behalve wanneer een doelpunt is gemaakt, moet de bal, indien deze het laatst is aangeraakt door een speler van het aanvallende team, door de doelverdediger rechtstreeks met één of beide handen buiten het strafschopgebied in het spel worden gebracht. Dit betekent dat de bal niet door een andere speler mag worden gespeeld of aangeraakt, voordat hij buiten het strafschopgebied is gekomen.

b.Indien de bal, nadat de doelverdediger deze vanuit zijn strafschopgebied in het spel heeft gebracht, naar het oordeel van de scheidsrechter met opzet door een medespeler naar hem toe werd gespeeld, mag de doelverdediger in zijn strafschopgebied de bal nimmer aanraken.

c.De doelverdediger mag, na het nemen van de doelworp, de bal niet voor de tweede maal spelen, alvorens deze is gespeeld of aangeraakt door een andere speler.

d.De tegenstanders van de doelverdediger, die de doelworp moet nemen, dienen bij het nemen daarvan zorg te dragen zich buiten het strafschopgebied te bevinden.

e.Nadat de doelverdediger de bal in zijn bezit heeft gekregen en in zijn strafschopgebied is teruggekeerd, moet de doelworp binnen 4 seconden genomen worden, mits voldaan is aan het gestelde onder punt d.

f.Voor een overtreding van de regel genoemd onder bovenstaande punten a t/m e moet de overtreder worden bestraft met een vrije schop, te nemen op de vrije schoplijn.

g.Wanneer de doelverdediger bij het nemen van de doelworp met de bal in zijn handen buiten zijn strafschopgebied komt, dient hij te worden bestraft met een vrije schop, te nemen op de vrije schoplijn; dit dient namelijk te worden beschouwd als een op onjuiste wijze uitvoeren van een doelworp.

h.Wanneer de doelverdediger, teneinde hieruit eventueel voordeel te behalen, de doelworp zo snel neemt, dat een tegenstander niet in de gelegenheid is om zich tijdig buiten het strafschopgebied te begeven, moet de scheidsrechter de wedstrijd niet onderbreken indien deze tegenstander geen invloed heeft op het nemen van de doelworp.

Regel 14: De vrije schop

a.Een vrije schop moet worden genomen op de plaats van de overtreding. Wordt echter een vrije schop toegekend in het gebied tussen de doellijn en de vrije schoplijn, dan moet deze genomen worden vanaf een punt op de vrije schoplijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.

b. Bij het nemen van een vrije schop moeten de tegenstanders een afstand van tenminste 4 meter van de bal in acht nemen. De bal is in het spel, zodra deze een afstand van +/- 65 cm. heeft afgelegd.

c.De vrije schop moet, mits voldaan is aan het gestelde onder punt b, binnen 4 seconden worden genomen.

d.De nemer van de vrije schop mag de bal niet voor de tweede maal spelen, alvorens de bal is gespeeld of aangeraakt door een andere speler.

e.Voor een overtreding van de regel genoemd onder bovenstaande punten b, c en d moet de overtreder worden bestraft met een vrije schop.

f.Mocht de bal, nadat hij door de nemer van de vrije schop op de juiste plaats is gelegd, zich nog verplaatsen zonder toedoen van een van de spelers, dan wordt de bal geacht stil te liggen en kan de vrije schop worden genomen.

g.Indien een tegenstander tracht de wedstrijd te beïnvloeden door opzettelijk te talmen bij het in acht nemen van de voorgeschreven afstand, moet hij worden bestraft met 2 minuten straftijd. De speler die in dat geval de wedstrijd niet binnen 4 seconden hervat dient dan niet te worden bestraft.

h.Uit een vrije schop kan rechtstreeks worden gescoord.

i.Indien door spelers van beide teams tegelijkertijd overtredingen worden begaan, moet die overtreding worden bestraft, waarop de zwaarste straf staat.

j. Indien twee overtredingen onmiddellijk na elkaar worden begaan, waarbij de scheidsrechter geen gelegenheid had voor de eerste te fluiten, voordat de tweede plaatsvond, moet de scheidsrechter de overtreding bestraffen welke hij het eerst heeft geconstateerd.

k. Indien een speler, teneinde hieruit eventueel voordeel te behalen, de vrije schop zo snel mogelijk neemt, dat de tegenstander niet in de gelegenheid is om de vereiste afstand van ten minste 4 meter in acht te nemen, mag de scheidsrechter de betrokken tegenstander niet bestraffen.

Regel 15: De strafschop

a. Een strafschop moet worden genomen vanaf het strafschoppunt. De bal moet stil liggen.

b. Wanneer een strafschop wordt genomen, moeten alle spelers, met uitzondering van de speler die de strafschop neemt en de doelverdediger van de tegenstander, zich binnen het speelveld, maar buiten het strafschopgebied en achter de vrije schoplijn en tenminste 4 meter van het strafschoppunt bevinden.

c. De doelverdediger moet, tot de bal gespeeld is, op de doellijn tussen de doelpalen blijven staan, zonder daarbij zijn voeten te verplaatsen.

d.Het moet met name voor de scheidsrechter en de doelverdediger van de tegenpartij duidelijk zijn wie de strafschop neemt.

e.De speler die de strafschop neemt, moet de bal naar voren trappen en mag de bal niet opnieuw aanraken, voordat deze door een andere speler is gespeeld of aangeraakt.

f.De strafschop moet binnen 4 seconden genomen worden na het fluitsignaal van de scheidsrechter. Deze geeft dit teken voor het nemen van de strafschop pas nadat alle spelers hun juiste plaats hebben ingenomen.

g. Voor een overtreding van bovenstaande regel:

I.door het verdedigende team moet de strafschop worden overgenomen, indien hieruit geen doelpunt is ontstaan;

II.door een speler van het aanvallende team, uitgezonderd de nemer van de strafschop, dient de strafschop te worden overgenomen, indien hieruit een doelpunt is ontstaan.

III. door een speler van het aanvallende team, uitgezonderd de nemer van de strafschop, dient aan de tegenstander een vrije schop te worden toegekend op de vrije schoplijn bij overschrijding van de strafschopgebiedlijn, indien hieruit geen doelpunt is ontstaan.

IV. door de strafschopnemer, moet aan de tegenstander een vrije schop worden toegekend, te nemen op de vrije schoplijn.

V.door beide teams gelijktijdig, moet de strafschop worden overgenomen.

h. Elke speler die handelingen pleegt met het oogmerk een goede uitvoering van de strafschop te beïnvloeden, dient bestraft te worden met 2 minuten straftijd.

i.Wanneer een wedstrijd wordt verlengd voor het nemen van een strafschop, eindigt de wedstrijd zodra de strafschop reglementair is uitgespeeld, d.w.z.:

I.de bal gaat rechtstreeks in het doel; een doelpunt is dan behaald en de wedstrijd is afgelopen zodra de bal het doelvlak geheel en al is gepasseerd;

II.de bal stuit via de doelpaal of de doellat in het doel; een doelpunt is dan gemaakt en de wedstrijd is afgelopen zodra de bal het doelvlak geheel en al is gepasseerd;

III.de bal komt in het doel, nadat de doelverdediger hem heeft aangeraakt; er is dan een doelpunt gemaakt en de wedstrijd eindigt zodra de bal het doelvlak geheel en al is gepasseerd;

IV.de bal gaat over de lijn buiten de doelpalen of over de doellat; de wedstrijd eindigt op het ogenblik dat de bal buiten het speelveld is gekomen;

V.de bal raakt een doelpaal of doellat en stuit terug in het speelveld; de wedstrijd eindigt op het moment dat de bal in het veld terugstuit.

VI.de bal wordt duidelijk tegengehouden door de doelverdediger; de scheidsrechter moet dan onmiddellijk de wedstrijd affluiten.

j.Indien een speler, die een strafschop neemt, de bal ongeveer een meter schuin naar voren trapt, waarna een speler van zijn eigen team, die snel komt toelopen, de bal in het doel schiet, is dit doelpunt geldig. Was echter voor het nemen van de strafschop de speeltijd verlengd, dan wordt in k.

Wanneer een speler een overtreding, welke met een strafschop moet worden bestraft, in eigen strafschopgebied begaat, moet de scheidsrechter tegen diens team een strafschop laten nemen, onafhankelijk van de plaats, waar l. l.p>Wanneer een strafschop tegen de lat of de paal wordt geschoten, waarna de bal in het veld terugspringt, dan mag de strafschopnemer hem niet opnieuw spelen. Doet hij dit toch, dan wordt een vrije schop aan de tegenstander toegekend. Wordt de bal door de doelverdediger aangeraakt, dan mag

Regel 16: De scheidsrechtersbal

a.Na elke tijdelijke onderbreking van de wedstrijd door de scheidsrechter om een andere reden dan elders in deze regels genoemd, moet de scheidsrechter, mits de bal op het moment van onderbreken nog in het spel was, de wedstrijd laten hervatten met een scheidsrechterbal.

b. Hij doet dit door de bal van kniehoogte te laten vallen tussen twee spelers (van elk team een) op de plaats, waar de bal zich bevond op het moment dat de wedstrijd werd onderbroken. Alle overige spelers moeten een afstand in acht nemen van tenminste 4 meter . Wordt een scheidsrechterbal toegekend in het gebied tussen de doellijn en de vrije schoplijn, dan moet deze worden genomen op een punt van de vrije schoplijn, zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal zich bevond op het moment, dat de wedstrijd werd onderbroken.

c. Een speler mag de bal niet aanraken voordat deze de grond heeft geraakt.

d. De bal is in het spel zodra deze de grond heeft geraakt.

e. Indien een van de spelers de bal raakt voordat deze de grond en/of wanneer een va

Regel 17: Overtredingen en wangedrag

De vrije schop/strafschop

a.Een tegenstander trapt of poogt te trappen.

b.Een tegenstander doet vallen, waaronder is te verstaan het

c.Door een sliding de bal voor de voeten van een tegenstander wegspeelt of poogt weg te spelen.

d. Op of naar een tegenstander, al of niet in het bezit van de bal, springt.

e. Een tegenstander op ruwe of gevaarlijke wijze aanvalt.

f. Een tegenstander slaat of poogt te slaan, hem spuwt of naar hem spuwt.

g.Een tegenstander vasthoudt of hem duwt met de hand of arm.

h.Een tegenstander van achteren aanvalt.

i.De bal opzettelijk met de hand of arm speelt (dit geldt natuurlijk niet voor de doelverdediger wanneer de bal zich binnen zijn strafschopgebied bevindt).

j.Een tegenstander een schouderduw geeft.

k.Indien een speler een van de overtredingen, genoemd onder bovenstaande punten a t/m h, binnen zijn eigen strafschopgebied begaat, dan moet hij worden bestraft met een strafschop. (zie ook regel 15)

Verder wordt een speler bestraft met een vrije schop als hij zich schuldig maakt aan een van de volgende overtredingen:

l.Opzettelijk lichamelijk contact veroorzaakt.

m. Een speelwijze volgt, die gevaar oplevert voor een tegenstander of voor de speler zelf. (zie ook toelichting regel 7).

n.Bij spelhervattingen naar het oordeel van de scheidsrechter opzettelijk treuzelt met het in bezit krijgen van de bal.

o. Een tegenstander toeroept met de kennelijke bedoeling en opzet deze te misleiden.

p. Opzettelijk een tegenstander hindert, terwijl hij de bal niet speelt of deze niet binnen speelbereik heeft.

q. Naar het oordeel van de scheidsrechter spelbederf pleegt (zie toelichting regel 7).

r. Naar het oordeel van de scheidsrechter zich onbehoorlijk gedraagt.

s.Als doelverdediger de bal uit de hand wegtrapt.

t. Foutief wisselt gedurende de tijd dat de bal in het spel is.

u.Langer dan 4 seconden wacht met het hervatten van het spel nadat de bal op de plaats is vanwaar hij moet worden genomen en de tegenstander de vereiste afstand heeft ingenomen.

t. Overtredingen bij het hervatten van het spel zoals beschreven in regel 8b, 11i, 12c, 12e, 13a t/m 13d, 13g, 14b, 14d, 15gIII, 15gIV, 16b en 16c

u. Overtredingen zoals beschreven in regel 7f (terugspelen op de doelverdediger) en 9c (bal tegen plafond).

Tijdstraf

Naast de hiervoor aangegeven vrije schop c.q. strafschop worden de spelers bovendien bestraft met een tijdstraf (2 of 5 minuten) bij:

I.De hierboven omschreven overtredingen onder de punten b, c, g en q,

II. Het door woord of gebaar zijn misnoegen kenbaar maken over de leiding (onbehoorlijk gedrag).

III. Het bij herhaling overtreden van dezelfde spelregel (onbehoorlijk gedrag).

IV. Het opzettelijk niet in acht nemen van de vereiste afstand bij spelhervattingen.

V. Het naar oordeel van de scheidsrechter onnodig wegtrappen van de bal bijv. in de wedstrijd tegen het plafond of in de tribune of bij dood spel weg van de plaats waar het spel hervat moet worden.

VI. Het bij herhaling foutief wisselen door het team.

VII. Het plegen van elke handeling, die een goede uitvoering van de strafschop nadelig beïnvloed.

Definitief verwijderen

Een speler moet definitief van het speelveld worden verwijderd, indien hij zich schuldig maakt aan een van de volgende handelingen:

1.Een gewelddadige handeling zoals schoppen, slaan of bespuwen van de tegenstander of scheidsrechter.

2. Ernstig gemeen spel zoals het opzettelijk en op onreglementaire wijze beletten van een speler, in een duidelijke situatie waarin hij een doelpunt zou kunnen scoren, om de bal te spelen waardoor zijn team een duidelijke scoringskans wordt ontnomen.

3. Bij herhaling zich schuldig maken aan handelingen die hierboven vermeld staan onder de punten I t/m VII nadat hij al 5 minuten tijdstraf heeft gehad.

Toelichting

a. Tijdelijk uit het speelveld verwijderde spelers moeten plaatsnemen bij de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer. Deze waarschuwt hen wanneer de straftijd is verstreken, waarna de speler weer aan de wedstrijd kan deelnemen.

c.Een speler die definitief wordt verwijderd moet de speelzaal verlaten en mag niet plaatsnemen op de bank van de wisselspelers.

d.Indien een speler tijdelijk of definitief van het speelveld wordt verwijderd, moet de scheidsrechter de wedstrijd pas laten hervatten, nadat de betrokken speler het speelveld of de zaal heeft verlaten.

e. Indien een speler bestraft wordt met een tijdstraf, moet de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer deze tijdstraf pas laten ingaan op het moment, dat de scheidsrechter de wedstrijd weer laat hervatten.

f.In het algemeen zal de scheidsrechter bij een overtreding, waarop een tijdstraf staat, 2 minuten straftijd opleggen. Opzettelijke herhaling van dergelijke overtredingen, zulks naar het oordeel van de scheidsrechter, kan hij ook bestraffen met 5 minuten. Bij ernstige gevallen heeft de scheidsrechter echter altijd het recht om direct 5 minuten straftijd op te leggen.

g. Indien de scheidsrechter een speler een tijdstraf heeft opgelegd, kan hij deze wijzigen in een zwaardere tijdstraf dan wel in een definitieve verwijdering, zolang hij de wedstrijd nog niet heeft laten hervatten. Zodra de wedstrijd echter weer is hervat, kan de scheidsrechter de betrokken speler daarenboven een extra tijdstraf (2 of 5 minuten) dan wel een definitieve verwijdering opleggen, indien deze speler zich op de strafbank misdraagt.

h.Een tijdstraf dient persoonlijk uitgezeten te worden. Tijdelijk of definitief verwijderde spelers mogen gedurende de straftijd niet worden venvangen.

i.Onder een sliding wordt verstaan: het met de voet(en) over de speelvloer glijdend de bal voor de voeten van een tegenstander wegspelen of trachten weg te spelen. Men lette er wel op, dat een sliding niet strafbaar is, indien er geen tegenstander zich in de nabijheid van de betrokken speler bevindt. Bij een sliding zit aan de vrije schop c.q. strafschop steeds automatisch een tijdstraf vast. Let dus goed op of iemand inderdaad een sliding maakt; met name bij doelverdedigers is dat soms moeilijk te beoordelen. Alleen als de scheidsrechter er van overtuigd is dat de doelverdediger een sliding maakt tegen een tegenstander, dient hij de doelverdediger te bestraffen met een strafschop en 2 minuten straftijd.

j.Bij het bestraffen van lichamelijk contact dient de scheidsrechter er zeer goed op te letten, welke speler dit veroorzaakt heeft; het gebeurt nog te vaak dat de uitlokker hiervan (dus in feite de veroorzaker) ten onrechte de vrije schop toegewezen krijgt.

INTERN REGLEMENT ZCR

1. Onder het begrip competitie zal hieronder verder worden verstaan de serie wedstrijden, waarin alle ploegen uit één poule tweemaal tegen elkaar hebben gespeeld.

2. Onder het begrip jaar zal verder worden verstaan de periode van September tot Juni van het daarop volgende jaar. In een jaar word er een competitie en een bekertoernooi gespeeld.

3. De boekjes voor het nieuwe zaalvoetbal seizoen zal elk jaar op de eerste competitie ronde worden uitgereikt. Elk team krijgt minimaal 6 en maximaal 8 boekjes uitgereikt. Dit is afhankelijk aan het aantal spelers die de aanvoerder/teamleider/contactpersoon opgeeft voor zijn team. Alle aanvoerders/teamleiders/contactpersonen krijgen deze avond een teamlijst die ze volledig en correct dienen in te vullen. De aanvoerders/teamleiders/contactpersonen word ook gevraagd om van alle spelers binnen zijn team een pasfoto in te leveren bij de organisatie/wedstrijdleiding. (zie punt 4.)

4. De ZCR gebruikt ZCR-spelerskaarten.

De aanvoerder/teamleider/contactpersoon van elk team dient hiervoor zorg te dragen.

Voor aanvang van de eerste competitie wedstrijd dient de aanvoerder/teamleider/contactpersoon van een team van iedere speler binnen zijn team 2 pasfoto's ingeleverd te hebben bij de organisatie/wedstrijdleiding. Blijft men in gebreke dan zullen de daarop volgende wedstrijden reglementair verloren gaan met 3-0. Met uitzondering van de eerste competitie wedstrijd. De aanvoerder/teamleider/contactpersoon krijgt dan nog een tweede kans, door ervoor te zorgen dat de ontbrekende pasfoto's 48 uur voor aanvang van de 2e competitie wedstrijd in het bezit zijn van de organisatie. Zolang er van een team niet minimaal van 5 personen (4 veldspelers, 1 keeper) de foto's in het bezit zijn van de organisatie dan zal er elke week een reglementaire 3-0 uitslag genoteerd worden.

5. Op de spelersbanken links en rechts naast de scheidsrechterstafel mogen alleen de spelers plaats nemen die aan de wedstrijd zullen deelnemen. Naast deze speelgerechtigde spelers is minimaal 1 coach/leider toegestaan plaats te nemen op de bank. Geblesseerde of enigszins andere spelers/personen dienen plaats te nemen op de tribune.

6. Elk team dient uiterlijk op het vastgestelde aanvangstijd compleet en speelklaar op het veld aanwezig te zijn. Verder moet dan ook op het wedstrijdformulier zijn vermeld welke van de spelers aanwezig zijn en moeten alle ZCR kaarten van de spelers op het tafeltje van de assistent-scheidsrechter/tijdwaarnemer liggen. Indien een speler zijn ZCR kaart is vergeten of er twijfel bestaat over zijn werkelijke identiteit dan kan de wedstrijdleiding om legitimatie vragen en de desbetreffende speler eventueel verbieden om aan de wedstrijd deel te nemen.

7. Als een team 5 minuten na het vastgestelde aanvangstijd niet compleet speelklaar op het speelveld aanwezig is, heeft het in gebreke gebleven team de wedstrijd reglementair met 3-0 verloren. Bovendien wordt aan het desbetreffende team twee winstpunten in mindering gebracht. Als beide teams niet 5 minuten na het aanvangstijdstip compleet speelklaar aanwezig zijn dan eindigt de wedstrijd in een reglementair 0-0 gelijkspel. Wel worden dan aan beide teams twee winstpunten in mindering gebracht. Bovenstaande regel geldt met het inachtneming van het bepaalde in regel 3b van de spelregels, waarbij het minimum aantal spelers waarmee een team zijn wedstrijd kan beginnen is gesteld op 4. Indien een team minimaal 48 uur voor de betreffende wedstrijd de organisatie op de hoogte brengt van het feit dat zij niet zullen verschijnen bij de wedstrijd, dan zal het niet opkomen bij de wedstrijd als een 'halve' overtreding worden beschouwd. Wel heeft het deze wedstrijd dan reglementair met 3-0 verloren, maar er wordt aan het team geen winstpunten in mindering gebracht.

Niet opkomen bij een bekerwedstrijd levert, naast uitschakeling in het bekertoernooi, een verliespunt in de competitie op, tenzij men minimaal 48 uur van tevoren afzegt bij de organisatie. De sanctie op 3 hele ( = 6 halve, maar ook bijv. 2 hele + 2 halve) overtredingen in het kader van het niet verschijnen bij een wedstrijd is het uit de competitie nemen van het betreffende team zoals hierboven al vermeld staat. Wanneer een team uit de competitie wordt genomen verliest het daarbij ook het recht van deelname aan de volgende competitie d.w.z. het wordt bij opgave onderaan de wachtlijst geplaatst. De resultaten die een uit de competitie genomen team tot dan toe in de competitie had behaald zullen in principe uit de standenlijst worden geschrapt. Alleen in bepaalde gevallen kan de organisatie anders beslissen.

8. Indien een wedstrijd, ingevolge regel 3b, van de spelregels, gestaakt moet worden dan geldt dit voor het desbetreffende team als een (hele) overtreding zoals genoemd onder bovenstaande regel 6. Indien de wedstrijd om een andere reden wordt gestaakt, of volgens regel 3b van de spelregel, dan beslist de organisatie/wedstrijdleiding wat er met het resultaat van de betreffende wedstrijd moet gebeuren.

9. Verzoeken tot verplaatsing van een al vastgestelde wedstrijd kunnen slechts worden ingewilligd als men na overleg met de organisatie en in overleg met de betrokken ploegen de wedstrijd kan 'ruilen' met een andere wedstrijd. Een verzoek dient 7 dagen voor aanvang van de wedstrijd in kwestie ingediend te worden bij de organisatie.

10. Een team waarin niet-speelgerechtigde spelers meespelen, zal die wedstrijd waarin deze speler(s) hebben meegedaan reglementair verliezen met 3-0, ongeacht het resultaat van de al gespeelde wedstrijd. Onder niet speelgerechtigde spelers worden verstaan, zij die;

  • niet voorkomen op het team opgavenformulier, dat aan het begin van elke competitie moet worden ingeleverd. NB. tussentijdse aanvulling van dit formulier tot een maximum van 12 spelers is ten alle tijden mogelijk.
  • niet in het bezit zijn van een geldige ZCR-spelerskaart.
  • Ondanks een schorsing voor een bepaalde wedstrijd daarin toch spelen.

11. Een speler die volgens regel 17 van de spelregels door de scheidsrechter definitief uit de wedstrijd is verwijderd, zal indien dit volgens de spelregels is geschiedt worden bestraft:

  • bij een eerste maal met minimaal een schorsing voor de daarop volgende wedstrijd van zijn team.
  • bij een tweede maal met minimaal een schorsing voor de eerst volgende drie wedstrijden van zijn team.
  • bij een derde maal met uitsluiting van het ZCR zaalvoetbal.

12. Een speler die aan het begin van een competitie is opgegeven bij een team kan tijdens die competitie niet voor een ander team gaan spelen zodra hij een wedstrijd of een gedeelte van een wedstrijd voor het eerstgenoemde team heeft gespeeld.

Overplaatsing kan wel aangevraagd worden voor de 1e seizoenshelft. Als de 2e seizoenshelft eenmaal begonnen is kunnen er geen spelerswisselingen meer plaats vinden.

13. Als twee ploegen gelijk eindigen in punten dan beslist het doelsaldo wie hoger zal eindigen in de eindstand, is dit gelijk dan beslist het resultaat van de onderling gespeelde wedstrijden, is dit ook gelijk dan zal (in het geval dat het van belang is voor promotie of degradatie) een beslissingswedstrijd worden gespeeld. Eindigen er meer dan twee ploegen gelijk dan beslist het totale doelsaldo, is dit van twee van de ploegen gelijk dan beslist het resultaat van de onderling gespeelde wedstrijden inclusief het doelsaldo, is dit ook nog gelijk dan wordt eventueel een beslissingswedstrijd gespeeld.

14. Indien een wedstrijd in een gelijkspel is geëindigd en er toch een beslissing moet vallen zoals bijv. bij beker- en promotie/degradatie wedstrijden dan dienen beide ploegen om de beurt (door verschillende mensen) 3 strafschoppen te nemen, is er na deze serie strafschoppen nog geen beslissing gevallen dan nemen beide partijen om de beurt een strafschop tot er wel een beslissing is verkregen. Iemand mag pas een 2e strafschop nemen als al zijn teamgenoten die de wedstrijd hebben uitgespeeld een strafschop hebben genomen.

15. De organisatie beslist in alle gevallen waarin dit reglement niet of onvoldoende voorziet.

Contact

  • Holland Actief
    Postbus 96
    3340 AB H.I.Ambacht

  • Telefoon Holland Dijksman:
    06-41730483

  • organisatie@zaalvoetbalridderkerk.nl

Snel contact